Snowboards – GearGuide

snowboard-winterAls je een nieuw snowboard gaat aanschaffen is het allereerst belangrijk dat je gaat kijken naar wat je precies wil met een snowboard. Wat voor type rijder ben je? Hou je ervan om alleen maar in het snowpark tricks te doen of ben je meer iemand die glooiend te pistes af wil cruisen.

Voor ieder persoon is een perfect board te vinden, als je maar goed weet wat je wilt. Je hebt de centen voor een (nieuw) snowboard, maar hoe kies je het board dat voor jou het best is.

Voor het kiezen van een snowboard, zal de keuze een afweging zijn tussen verschillende aspecten: Shape, Profiel, Lengte, Breedte en Flex. Maar voordat je kijkt naar functionele aspecten dus de vraag: wie ben als snowboarder (wat kan je wel en niet) en wat wil je doen? We beginnen bij een quick advies per niveau en kijken dan naar de aspecten van een snowboard die invloed hebben op wat bij jou past.

Onderwerpen:

  • Jouw Niveau
  • Riding Stijl
  • Shape
  • Profiel
  • Lengte
  • Breedte
  • Sidecut

En dan zijn nog andere interessante overwegingen:

  • Stijfheid
  • Base
  • Splitboards
  • Snowboard Bindingen

Advies per niveau

Om te beginnen moet je ff heel eerlijk naar jezelf kijken. Ben je een beginner, paar keer op een huur board gestaan, of heb je al wat meer ervaring maar kan je nog veel leren? Of ben je al een pro mofo die alles kan shredden wat ie ziet? Wees in ieder geval niet die boarder die zichzelf overschat, die soepel voor een skier spray aan komt rossen om een paar meter later de stalen rand van je board in een stel knieen te boren. Don’t be that guy. Dus, dat gezegd hebbende, hieronder generiek advies:

 

Beginnend:

Als je echt begint zal de eerste uitdaging liggen in het kunnen maken van bochten. Voordat je dat goed door hebt ben je al heel vaak gevallen, beurze knieeen en billen. Pistes is waar je vooral op bezig bent. Vuistregel advies aan de hand van de aspecten die we hieronder uitleggen:

  • Shape; kies een twin. Een symetrisch board dat makkelijk voor en achter uit rijdt.
  • Profiel: kies een profiel dat meer naar rocker neigt. Een dergelijk profiel maakt het bochten maken des te makkelijker.
  • Lengte: je kunt af met een board dat net wat korter is dan de advieslengte. Deze advieslengte hangt samen met je lengte en gewicht. Hoe langer een board, hoe lastiger deze zal draaien; dus een iets korter board helpt je weer die bochten maken.
  • Breedte: niet te breed, zorg dat het goed past bij je schoenmaat.
  • Stijfheid: een board met meer flex (minder stijheid) stuurt makkelijker in en is vergevingsgezinder.

Ervaren

Je hebt al een aantal weken geboard, een paar seizoenen meegemaakt. Je voelt je op je gemak met pistes van verschillende niveau. Je begint je riding style te ontwikkelen. Je kijkt eigenlijk met een schuin oog naar off-piste werk, wilt je carving skills echt wat aanscherpen. Of anderzijds wil je het park doen, je buttering skills verbeteren, rails en boxes doen, kickers aanvallen.

Piste:

  • Shape; je board mag best een beetje “directional” gaan worden, je gaat toch vooral met je vaste voet naar beneden en switcht alleen als het effe nodig is.
  • Profiel: als je je bochten al lekker kunt maken kan je meer een camber profiel (of een hybride profiel) gaan opzoeken. Camber zorgt voor meer stabiliteit op hogere snelheden en grip bij die lekkere carve bochten die je wilt maken.
  • Lengte: pak je board op een lengte die bij je hoort. Als je lekker wilt knallen op de piste kan je die lengte gebruik voor meer stabiliteit bij hogere snelheden.
  • Breedte: niet te breed, zorg dat het goed past bij je schoenmaat.
  • Stijfheid: je kunt je bochten al goed maken, dus een stijver board moet je aankunnen. Een stijver board betekend dat krachten eerder worden doorgegeven van je lichaam naar je board, dat je board minder gaat klapperen bij hogere snelheden.

Offpiste:

  • Shape; wederom, lekker “directional” vooral omdat je offpiste gaat vooral om poeder op te zoeken. En in die poeder moet je beetje verder naar achter op je board staan omdat anders je neus in de poeder gaat duiken.
  • Profiel: off-piste ga je bredere bochten draaien, is grip belangrijk maar ook makkelijker in poeder. Je wilt zoeken naar hybride profielen, of een “flat” profiel zodat je lekker op de poeder kunt blijven drijven.
  • Lengte: zoals gezegd je wilt blijven drijven. Dan kan door langere boards, maar er zijn ook boards die juist korter zijn maar dan wel breder.
  • Breedte: zie het vorige punt. Drijvermogen is nodig.
  • Stijfheid: medium flex, niet te flexibel anders zak je teveel door in de poeder, te stijf is ook niet nodig.

Park:

  • Shape; kies een directional twin. Een symetrisch board dat makkelijk voor en achter uit rijdt. Je wilt net zo makkelijk switch kunnen rijden en stabiel op je board staan voor je butters.
  • Profiel: Rocker is je ding, je board moet op een dubbeltje kunnen draaien. Alhoewel, de pop die een camber je geeft helpt wel bij het lanceren van een kicker.
  • Lengte: je board hoeft niet te lang te zijn, lekker compact en pittig.
  • Breedte: niet te breed, zorg dat het goed past bij je schoenmaat.
  • Stijfheid: een flexibel board helpt bij het oefenen van je skills.

Gevorderd:

  • Je weet al goed wat je wilt. Je gaat kijken naar de details van je board, de radius/sidecut, de stance op je board, gebruikte materialen enzovoorts.Ga lekker de extremen van shapes, stijfheid enzovoorts, opzoeken.  Echte poeder boards, superstijve piste rammers. Geen alles kunnenrs maar boards die echt goed zijn in dat ene ding.

Shape

Met de shape van een snowboard bedoelt men de wijze waarop een board is ontworpen en de symmetrie tussen “nose” en “tail” zijn. Eenvoudig gezegd de vraag welke richting je board het grootste gedeelte van de tijd opgaat.
Ben je regular (voorkeur voor linkervoet) of goofy (voorkeursvoet is de rechtervoet). Of een combinatie van beide.

Onderstaand de drie meest voorkomende snowboard shapes en de “riding style” waarvoor zij geschikt zijn.

Noot: De naamgeving kunnen verschillen per fabrikant. Ieder geeft zijn eigen naam eraan.

Twin

Dit wil zeggen dat het snowboard geheel symmetrisch is ontworpen. Er is geen verschil in shape, of je nu regular of goofy board. Ideaal voor iemand die veel “switch” board (switch is boarden met je achterste voet voor). Twin snowboards worden vooral gebruikt voor freestyle riding.

Twinish

Bijna gelijk aan de Twin, met dit verschil dat de “nose” doorgaans een klein beetje langer is. Twinish boards zijn bedoelt voor zowel “switch” als “natural” boarden. Vooral voor Freestyle riding, maar kunnen ook voor all-mountain riding worden gebruikt.

Directional

The “nose” van het snowboard is aanzienlijk langer dan de “tail” van het snowboard. Het is ontworpen voor iemand die vooral “natural” board.

Bovenstaande shape omschrijvingen zijn vooral indicatief. Zo zijn er bijvoorbeeld veel boarders die de voorkeur hebben freestyle te boarden op een directional board.

Profielen

Er zijn de laatste jaren nogal wat ontwikkelingen gaande op het gebied van shapes van de snowboards. De termen Camber en Rocker worden vaak genoemd en dit zijn erg belangrijke termen die de keuze voor je snowboard kunnen bepalen.
Er zijn verschillende profielen:

  • Traditional camber

    (zie profiel 1 in afbeelding) – standaard “nose” en “tail” en in het midden (tussen de bindingen) de camber. Hoe langer de camber, hoe groter de afstand dat de rand van het board de sneeuw raakt (effective edge). Deze boards doen het goed op hard-packed piste sneeuw. Daarnaast zorgt de camber voor een spanning in het board waardoor als de druk, minder wordt, bijvoorbeeld bij het uitkomen van een bocht, of bij een sprong, het board zich weer naar de oorspronkelijke vorm zet. Het effect hiervan heet “pop” en geeft extra energie/snelheid mee in je exit. Check deze review van een aggressief camber board.

  • Rocker / Reverse camber

    (profiel 2) – deze is tussen de “nose” en “tail” in het midden (tussen de bindingen) boller. Hierdoor heb je een kortere effectieve edge, dus minder geschikt voor lange snelle carves bij hoge snelheden. Maar wel heel bewegelijk, bochten draaien wordt easy en in de poeder doet dit profiel het uitstekend door de “float” van het board. Check deze review van een puur rocker board.

  • Flat

    (profiel 3) het board is nagenoeg vlak. Wel contact met de piste, makkelijker van rand naar rand dan een camber, maar minder grip dan camber. Ook prima voor in de poeder. Check hier een review van een board met een flat profiel.

    Hybride profielen

    (profielen 4,5 en 6) – door een combinatie van roceker and camber vormen krijgt een board specifieke eigenschappen. Bijvoorbeeld profiel 5: door rocker in de tip toe te voegen maar camber tussen de bindingen is een poeder run makkelijker, de effectieve edge wordt wel korter maar is nog steeds genoeg voor die mooie carve bochten op de piste. Check hier de review van een mooi hybride board.

    Er zijn heel veel combinaties van de camber en rocker mogelijk, en er zijn voortdurend nieuwe variaties op de markt te vinden. Grosso modo kan je dus zeggen:

  • Meer camber: meer grip, meer controle bij meer snelheid, harder werken voor bochtend, minder bewegelijk.
  • Meer rocker: meer bewegelijkheid, meer float, flexibeler, makkelijker voor park en poeder.

Lengte (size)

Een van de meest gestelde vragen is “hoe lang moet mijn snowboard zijn?” De lengte van je snowboard wordt vooral bepaald door je gewicht. Een zwaar iemand op een heel kort board zinkt weg in diepe sneeuw en verliest sneller grip op een kant in de bocht. Een licht iemand op een lang board heeft te weinig massa om snel bochten in te zetten en voor hem/haar voelt het board dan heel traag aan.

Ook de stijfheid van het snowboard is mede bepalend voor de lengte: een stijver board kun je makkelijk een paar centimeter korter rijden dan een flexibel board. Elke fabrikant geeft voor een type board de “gewichtsrange” aan: als voorbeeld is een allround board van merk X voor een licht gevorderde snowboarder in de lengte 158 geschikt voor een gewicht tussen de 65 en de 80 kilo.

De volgende tabel geeft je grofweg een indicatie voor welk gewicht de juiste snowboard lengten geschikt zijn:

Breedte (Width)

Lengte is belangrijk, maar de juiste breedte van je board net zo goed! De breedte die voor jou geschikt is hangt helemaal af van je schoenmaat. We gaan er voor het gemak even vanuit dat je boots goed zijn aangemeten en dat die maat dus ook daadwerkelijk gelijk is aan je schoenmaat.

snowboard-breedteDe breedte wordt ook wel de “waist width” genoemd en wordt altijd gemeten op het smalste deel, midden tussen de bindingen van je board. Als je een te smal board hebt voor je schoenmaat dan steken je tenen en hakken veel te ver over de kanten en krijg je last van “toe drag of heel drag”. De neus en hak van je boots raken de sneeuw tijdens bochten waardoor je afremt of zelfs een ‘face first’ maakt.

Bij een veel te breed board liggen de drukpunten die je gebruikt voor het maken van bochten (de bal van je voet en je hak) te ver van de staalkanten af. Dit zorgt voor een veel tragere kantenwissel, voor je gevoel wil het board niet snel genoeg een bocht maken. Het klinkt misschien raar maar elke centimeter telt.
Als “gouden regel” mag je boot per kant maximaal twee centimeter uitsteken.

Sidecut


Van grote invloed op de manier waarop je board bochten maakt, is de sidecut. Dat is de mate waarin de zijkanten van het board gesneden is. Je zou het ook de taillering van het board kunnen noemen. Als je langs die taillering een (enorme) cirkel zou trekken, dan heeft die cirkel een radius. Hoe groter de radius hoe minder diep het board is gesneden, hoe kleiner de radius hoe dieper deze gesneden is. Een diepere sidecut (kleine radius) zorgt ervoor dat je makkelijker en scherpere bochten kunt maken, een grotere radius stelt je in staat mooie wijde bochten te maken en helpt bij de stabiliteit op hogere snelheden.

Stijfheid (Flex)

snowboard-flexDe stijfheid beschrijft de flexibiliteit van je snowboard. Snowboards hebben altijd twee soorten “flex”: over de lengte van nose naar tail (lengteflex) en over de breedte van kant naar kant (torsieflex). De mate van deze flex, dus hoe makkelijk of moeilijk het te buigen is, wordt de “stijfheid” genoemd.

Over het algemeen zullen beginners de voorkeur geven aan een flexibeler snowboard omdat deze minder gevoelig zijn voor slechte techniek en fouten. Minder stijfheid zorgt ervoor dat het board op lagere snelheid zich juist veel makkelijker laat sturen. Je bent als beginner ook nog bezig aan het verbeteren van je techniek en je bochtenwerk en juist een minder stijf board is veel vergevingsgezinder. Ook voor je eerste freestyle tricks komt dit helemaal goed uit!

Hoe stijver de flex van een board is des te stabieler het blijft op hoge snelheden en in gesneden bochten. Dat is goed nieuws voor een gevorderde snowboarder maar als je pas net een paar weken ervaring hebt en je wil je eerste board kopen dan is een wat soepeler, minder stijf board een betere keuze.

Base

Een wellicht minder opvallende onderdeel van het board, maar met grote invloed op performance en prijs is de base van het board, dat wil zeggen, de onderkant die in contact staat met de sneeuw, in Nederland ook wel het belaag genoemd. Je hebt hierin eigenlijk twee varianten: “Extruded” en “Sintered.” Het materiaal voor de base zijn polyethyleen bolletjes (P-Tex).

Extruded: P-Tex wordt onder grote hitte gesmolten waardoor de polyethyleen bolletjes samensmelten. Hierdoor ontstaat een vlak en glad materiaal. Er zijn geen porien en het board kan moeilijker wax opnemen. Het is wel duurzamer en makkelijker te repareren. Dus als je budget kleiner is, of je rekent ook aardig wat butsen en batsen op je board (bv doordat je veel jibt in het park) dan is een dergelijke base voor jou misschien de beste keuze.

Sintered: P-Tex wordt onder extreem hoge druk samengeperst. Hierdoor wordt een sterke en duurzame base gevormd met poriën. Hierdoor kan wax beter worden opgenomen. Boards met deze base zijn veel sneller, maar duurder in aanschaf en duurder bij reparaties. Heb je ruimte in je budget, wil je echt knallen/racen en ben je gevoelig voor hoe goed een board glijdt, dan is de sintered base voor jou.

Base Schema

Splitboards

splitboard-jonesEen snowboarder lijkt vaak aangewezen op sneeuwschoenen, om met het relatief zware board op de rugzak de berg te bedwingen om de verse sneeuw te bereiken. Door gebruik te maken van een splitboard is dit niet meer nodig.

Afbeelding: Jones Snowboards Carbon Solution Splitboard

 

Een splitboard is een doorgaans ruim bemeten freeride board met een naad over de gehele lengte. Met een paar simpele handelingen klik je de twee helften los van elkaar en door het in de lengterichting draaien van de (gewone snowboard) binding heb je twee toerski’s. Op de onderkant plak je stijgvellen die je, doordat de haartjes één kant op staan, in staat stellen met de ski’s naar boven te lopen. Normaal gesproken wissel je de ski’s om als je ze los hebt geklikt; de punten van het board wijzen dus naar buiten als je je bindingen er in de lengterichting opzet.

Net als toerskiërs loop je een mooie route de berg op en aangekomen op de piek of bestemming schuif je de bindingen eraf, klikt de twee ski’s aan elkaar, zet de bindingen er weer in de snowboard stand op en je bent klaar voor de afdaling.

Het is zeker geen nieuwe vinding en bestaat al enige jaren, toch zijn er sneeuwsporters die geen idee hebben wat het is. Sinds de film-trilogie Deeper, Further en Higher van Jeremy Jones staan de splitboards weer in de belangstelling.

Snowboard Bindingen

Aan deze content wordt gewerkt. Bekijk hieronder de film van de Nederlandse Ski Vereniging waarin Bas Rotgans uitlegt waar je op moet letten bij het kiezen van een snowboardbinding.

[vc_video link=”https://youtu.be/ZbM_cUK5Er4″]
[vc_video link=”https://youtu.be/BqYyt6Enwhs” title=”Verschillen boardshapes en profielen”]

MEER GEARGUIDE