Mountainbikes – Frame & Geometrie

Een mountainbike frame is een fascinerend ding, en je keuze voor een bepaald en passend frame is van groot belang. De frame maat (dus hoe “groot” is het frame) is een heel goed startpunt, waarbij je in ieder geval weet dat de maat redelijk past bij je lichaamsgrootte, maar er zijn er nog veel zaken die het gevoel van een fiets bepalen. Eigenlijk moet je beginnen met je de vraag te stellen: wat voor een soort rijstijl heb ik, en welk “soort” rijden doe ik?

Hou je meer van cross country, waarbij stijgen relatief gezien net zo belangrijk is als dalen, dan wil je wat rechter op zitten, met voldoende druk op je voorwiel zodat deze goed tractie houdt bij stijgen (zonder dat je hoeft te gaan staan op je pedalen omdat je anders weer op je achterwiel tractie verliest).

Ga je meer naar enduro of downhill toe, waarbij dalen op hogere snelheden op steilere singletracks de uitdaging is, dan wil je je zwaartepunt lager hebben. Je heb meer stabiliteit op hogere snelheid nodig, dus de fiets mag wat langer en lager zitten. Je wilt ook op die echt steile stukken meer naar achteren zitten met het zwaartepunt weg van je stuur en richting je achterwiel. Je gaat los van je zadel (vaak door een dropper-post {link} te gebruiken om je zadel dynamisch lager te kunnen zetten) maar wilt voldoende druk op je achterwiel houden en licht kunnen sturen.

[vc_gallery interval=”0″ images=”13447″ img_size=”full”]

Er zijn veel lijnen, afstanden en hoeken die dat gevoel en die zithouding beïnvloeden. Bij elkaar wordt dat de geometrie van een fiets genoemd. Om goed te weten waar je op moeten letten en wat de gevolgen zijn van verschillende maten, hoeken en afstanden, volgt hier een toelichting op verschillende afmetingen.

Reach

Deze lengte is de afstand tussen je zadel en de headtube (niet je stuur, die kan nog centimeters verder zitten). Eigenlijk is dit de belangrijkst maat en is bepalend voor hoe je zit. Als deze korter is, zit je compacter en meer recht op. Is deze langer dan zit je lager en wat meer gestrekt. Hierbij moet je echt comfortabel kunnen voelen en moet de houding passen bij je rijstijl.

Head Tube (balhoofd) hoek

De reach en wielbasis hangen samen met de hoek van je head tube. Dit is een van de belangrijkste hoeken van een frame. Het is de hoek tussen je voorvork en de grond. Hoe kleiner de hoek, hoe verder je voorwiel naar voren is geplaatst. Op snelle en steile down hill stukken wil je een fiets met een kleinere Head tube hoek, het wiel loopt schuiner weg naar voren, wat een prettig stabiel gevoel geeft. En voorkomt dat je gewicht zover naar voren komt dat je te snel over het stuur gaat. De wielbasis wordt langer en je zwaartepunt schuift relatief gezien verder naar achteraan. En andersom wil je uphill eigenlijk een grotere hoek waarmee je rechterop zit, je goed snel je stuurcorrecties bij lagere snelheden kunt maken.

Seat tube hoek

Dit is de hoek van je zadel tube ten opzicht van de grond. De hoek van deze tube bepaalt waar het zadel zich bevindt (en dus waar jij je bevindt) ten opzicht van de rest van de fiets. En met name ten opzicht van het crankstel (de trappers). Hoe meer je boven de trappers zit, hoe meer kracht je erop kan zetten (daarom ga je ook staan op je trappers voor maximale kracht).

Standover Height

Dit is de hoogte van de top tube ten ten opzicht opzicht van de grond. Eigenlijk hoe hoog de fiets is als je met beide voeten op de grond zou staan. Het belang van een geringe standover height kan je goed ervaren als je een keer van een pedaal slipt en je met je kruis vol op de tube knalt. Ding dong. Geen aangename ervaring.

Chainstay (liggende achtervork buis)

De chain stay lengte, oftewel de lengte tussen het midden van de cranks naar de ophanging van de versnelling achter, hangt samen met de lengte van de fiets. Ook hiervoor geldt dat een langere fiets stabieler is bij hogere snelheden, en een fiets met een kortere chainstay wendbaarder is maar minder stabiel als je dus als een malle de berg af knalt.

Wiel basis

De head tube hoek, de chainstay, je seat tube hoek en je top tube length beïnvloeden allemaal de lengte van de wielbasis. De wielbasis is de afstand van as tot as (van je wielen) en bepaalt in grote mate de stabiliteit van de fiets. Hoe langer de wielbasis hoe meer stabiel de fiets is, vooral op hogere snelheden. Maar een langere fiets (daar heb je het eigenlijk over) is ook, net als bij een auto, een minder bewegelijke fiets. Je zou verwachten dat een downhill fiets heel bewegelijk moet zijn, maar juist deze fietsen moeten heel stabiel zijn bij de hoge snelheden die een downhiller haalt.

Hoogte bottom bracket

Let ook op de hoogte van de onderste bracket, het crankstel. Hoe lager de bottom bracket, hoe lager het zwaartepunt van de fiets. Een laag zwaartepunt is prettig voor grip op de track, vooral bij bochten heel fijn. Dat heeft wel zijn grenzen, omdat als de bottom bracket te laag zit, je veel eerder met je trappers of zelfs je voorblad de grond of rotsen gaat raken; en dat is bij wat hogere snelheden niet echt een prettig dingetje.

Conclusie

Al met al heerlijk veel hoeken en graden en millimeters en centimeters zodat de gear nerd zich helemaal kan verkneukelen op zoek naar precies de goede fiets. Maar uiteindelijk weet je het pas echt als je op de fiets zit en voelt hoe de geometrie bij je eigen bouw past: de lengte van je armen, benen en torso moet ook matchen bij de geometrie van je fiets. En of die match de geschikte match is voor jouw rijstijl en het terrein dat jij met je fiets op gaat.